Vademecum

Dit vademecum geldt alléén voor Eurofins Medische Microbiologie
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z

Hepatitis E-virus (HEV)

PCR

  Diagnostiek naar hepatitis E virus bestaat uit serologie en PCR. IgM antistoffen tegen hepatitis E virus ontstaan snel na het begin van de symptomen (piek na 2-6 weken) en verdwijnen meestal na 3-5 maanden. IgG antistoffen tegen hepatitis E virus ontstaan hierna en blijven levenslang aantoonbaar. Indien serologie negatief is bij een sterke klinische verdenking; serologie herhalen na 2 weken. Hepatitis E virus RNA is in feces aantoonbaar 1 week voor tot 2 weken na de eerste ziektedag. In serum/plasma is Hepatitis E virus RNA bij immuuncompetente personen tevens aantoonbaar, echter maar van korte duur na het ontstaan van de symptomen. Bij immuungecompromitteerde patienten kan hepatitis E virus een chronische infectie veroorzaken. Omdat immuungecompromitteerde patiënten niet altijd antistoffen aanmaken, dient diagnostiek bij hen altijd te bestaan uit een PCR op plasma.
Indicatie
Voor het aantonen van Hepatitis E virus RNA in bloed of feces
Deelgebied
Moleculair
Techniek
PCR
Doorlooptijd
1-6 dagen
Materiaal
EDTA, serum of faeces
Afnamemateriaal
Bewaarcondities
Koelkast, max. 24 uur
Referentiewaarden
Negatief, Positief
Opmerkingen

Altijd inzetten bij immuungecompromitteerde patiënten. In de eerste twee weken van ziekte kan serologie nog negatief zijn, derhalve kan het soms nuttig zijn om tevens een PCR op EDTA/serum te verrichten.


Deze bepaling wordt extern uitgevoerd.

Afnameinstructies