anti-DNase/AST (groep A streptococcen)

De primaire diagnostiek voor het aantonen van een infectie met groep A streptococcen (Streptococcus pyogenes)  bestaat uit een bacteriekweek van de locatie van infectie (meestal keel, pus, bloed of weefsels). 

Serologie is in het acute stadium meestal niet geïndiceerd, maar kan ondersteunend zijn indien de kweek negatief is gebleven. Na 1-4 weken kunnen antistoffen tegen streptolysine O (AST of ASO) en/of tegen DNase B (anti-DNase B) worden aangetoond. 

Een enkelvoudige verhoogde titer is niet bewijzend voor een infectie. Een significante toename van antistoftiters tussen een serum afgenomen in de acute fase en een serum afgenomen twee tot vier weken later is bewijzend voor een recente streptococceninfectie. 

Serologie is geïndiceerd voor het diagnosticeren van een post-streptococcen ziekte zoals acuut reuma en glomerulonefritis. Zowel de AST als de anti-DNase B kunnen gedurende lange tijd na de acute infectie verhoogd blijven. De hoogte van normaal aanwezige titers in de bepalingen zijn leeftijds- en populatieafhankelijk.

Indicatie
Voor het aantonen van een (recente) infectie met groep A streptococcen (Streptococcus pyogenes)
Deelgebied
Serologie
Techniek
ELISA (ASLO) en neutralisatietest (anti-DNase)
Doorlooptijd
1-2 weken
Materiaal
Serum
Afnamemateriaal
Stolbuis
Bewaarcondities
Koelkast, max. 48 uur
Referentiewaarden
AST IU/ml, anti-DNase
Benodigd volume
Serum; minimaal 100 μl