Vademecum

Dit vademecum geldt alléén voor Eurofins Medische Microbiologie
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z

Schistosoma spp.

Algemene informatie

Schistosoma is een parasiet, welke wordt overgebracht via huidcontact met zoet water in de (sub)tropen waar geïnfecteerde slakken voorkomen. Bij de mens komen twee ziektebeelden voor. Intestinale schistosomiasis wordt veroorzaakt door Schistosoma mansoni, S. intercalatum, S. japonicum of S. mekongi. Blaas-schistosomiasis door S. haematobium.

Als de parasieten het lichaam binnenkomen kan er ter plaatste een jeukende papuleuze uitslag ontstaan, welke enkele dagen blijft bestaan. Hierna migreren de parasieten naar de darm of blaas, waarbij het Katayama syndroom kan ontstaan. Deze bestaat uit koorts, moeheid, spierpijn, eosnifilie, al dan niet gepaard met nachtzweten, hoesten,  kortademigheid, diarree, gewichtsverlies, urticaria, gewrichtspijn hepatomegalie en splenomegalie. Hierna ontstaat intenstinale schistosomiasis met bloed, slijm bij  de ontlasting, buikpijn en diarree. Bij een ernstige chronische infectie kunnen tevens portale fibrose, portale hypertensie, splenomegalie en slokdarmvarices ontstaan. Bij blaasschistosomiasis ontstaat hematurie. Bij een ernstige chronische infectie kunnen blaaswand verkalking, hydro-ureter, hydronefrose, poliepvorming in blaaslumen en mogelijk blaascarcinoom ontstaan. Diagnostiek naar schistosomiasis bestaat uit de detectie van eieren en serologie.

Deelgebied
Informatie