Vademecum

Dit vademecum geldt alléén voor Eurofins Medische Microbiologie
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z

Cytomegalovirus (CMV)

Diagnose: IgM en IgG antistoffen

Diagnostiek voor het aantonen van een primaire infectie bestaat uit het aantonen van de aanwezigheid van IgM en IgG antistoffen tegen CMV. IgM antistoffen ontstaan meestal in de eerste twee weken na het ontstaan van symptomen en kunnen enkele maanden persisteren. IgG antistoffen ontstaan vanaf twee tot drie weken na het ontstaat van de symptomen en persisteren levenslang. Voor het aantonen van een reactivatie van CMV bij immuungecomprimenteerden kan een PCR op EDTA verricht worden.
Indicatie
Voor het aantonen van een infectie met cytomegalovirus (CMV)
Deelgebied
Serologie
Techniek
Serologie
Doorlooptijd
1-2 werkdagen
Materiaal
Serum
Afnamemateriaal
Stolbuis
Bewaarcondities
Koelkast, max. 48 uur
Referentiewaarden
Negatief, Positief
Opmerkingen
Graag vaccinatiestatus op het aanvraagformulier vermelden