Vademecum

Dit vademecum geldt alléén voor Eurofins Medische Microbiologie
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z

Mycobacteriën, atypisch

Kweek

Tuberculose, een infectie met ernstige ontstekingen welke in het gehele lichaam kan voorkomen, wordt veroorzaakt door bacteriën van het Mycobacterium tuberculosis-complex. Naast Mycobacterium tuberculosis behoren tot deze groep tevens M. africanum, M. pinnipedii, M. caprae, M. canettii, M. microti, M. bovis, M. orygis en de vaccinatiestam M. bovis BCG. Niet-tuberculeuze mycobacteriën (NTM) kunnen tuberculoseachtige ziektebeelden veroorzaken. Onder de NTM behoren onder andere M. kansasii, M. marinum, M. xenopi, M. gordonae, M. malmoense en M. avium.

Een primaire tuberculose infectie is meestal symptoom loos. Later ontstaan koorts, moeheid, lusteloosheid, afvallen, subfebriele temperatuur en nachtzweten en eventueel symptomen van de locatie waar de infectie zich bevind. Het meest bekend is longtuberculose, welke bestaat uit een aanhoudende productieve hoest en eventueel hemoptoë. Longtuberculose kan tevens besmettelijk zijn. Andere vormen zijn onder andere tuberculose van de wervelkolom (Spondylitis tuberculosa), lymfklieren (lymfadenitis tuberculosa) en niertuberculose. Tuberculose is latent aanwezig en kan bij verminderen van de weerstand opnieuw activeren.

Diagnostiek naar een actieve infectie bestaat uit microsopie (ZN-kleuring), kweek en PCR. Voor microsopie is een hoge concentratie tuberkelbacillen nodig. De ZN-kleuring maakt geen onderscheidt tussen Mycobacterium tuberculosis complex en NTM, daarom dient bij een positief preparaat tevens een PCR verricht te worden. Middels PCR kan snel verdenking op een infectie met Mycobacterium tuberculosis complex worden aangetoond. Daarnaast wordt tevens de genotypische resistentie voor rifampicine onderzocht. Kweek is de gouden standaard voor de diagnose tuberculose en kan tevens gebruikt worden om de fenotypische resistentiepatroon te bepalen. Het duurt meestal enkele weken voordat de kweek positief wordt. Soms kan het nuttig zijn om meerdere monsters af te nemen.

Voor de diagnostiek naar longtuberculose wordt geadviseerd om drie monsters van luchtwegmateriaal (sputum) in te sturen voor microscopie, kweek en event PCR. Neem het eerste monster af direct bij verdenking op besmettelijke tuberculose en herhaal dit voor twee monsters op twee opeenvolgende dagen. Neem minimaal één ochtendmonster af. Een ochtendmonster van sputum geeft een hogere sensitiviteit dan een sputum later op de dag, omdat 's nachts door niet/minder hoesten het sputum door de trilhaarfunctie richting de keel wordt getransporteerd waar het zich ophoopt en na ontwaken wordt opgehoest.  Geef niet te snel op als het moeilijk is om een sputummonster te verkrijgen; overweeg in voorkomende gevallen bij volwassenen het induceren van een sputummonster of bronchoscopie voor het verkrijgen van één monster luchtwegmateriaal (bronchusspoelsel of BAL). Als het afnemen van luchtwegmateriaal niet mogelijk blijkt, kan op drie achtereenvolgende dagen nuchtere maaginhoud worden onderzocht.

Bij kinderen is nuchtere maaginhoud tenminste even gevoelig als bronchusspoelsel of BAL. Bij volwassenen is nuchtere maaginhoud minder sensitief dan bronchusspoelsel, BAL of geïnduceerd sputum. Indien een Broncho-alveolaire lavage (BAL) wordt verricht kan expectoratie van sputum na de BAL tevens zeer waardevol extra materiaal zijn. Voor de diagnostiek naar een doorgemaakte/latente tuberculose kan een tuberculin huid test (THT) of Interferon gamma release assay (IGRA) worden verricht. IGRA's meten de in vitro-respons van T-cellen op specifieke antigenen (ESAT-6, CFP-10) van de M. tuberculosis-bacterie. Drie tot acht weken na de primaire infectie ontstaat deze reactie. In tegenstelling tot de THT geeft IGRA geen kruisreactie met BCG-vaccinatie of infecties met de meeste NTM. Daarnaast zijn voordelen van IGRA dat de testbeoordeling niet afhankelijk is van persoonsgebonden factoren. Een positief resultaat maakt geen onderscheid tussen een actieve dan wel doorgemaakte/latente infectie.

Indicatie
Aantonen van M. tuberculosis en atypische mycobacteriën in verschillende patiëntenmaterialen
Deelgebied
Mycobacteriologie
Techniek
Kweek
Doorlooptijd

2-8 weken

Materiaal
Sputum, urine, nuchtere maaginhoud, punctaten, ascites, grote biopten en lymklieren in steriele container, BAL vloeistof, kleine biopten in steriele container bloed, beenmerg in Myco/F Lytic flesje liquor in liquorbuis
Afnamemateriaal
Steriele container

Liquorbuis
Bloedkweek Myco/F lytic
Greinerbui
Bewaarcondities
Kamertemperatuur en zo spoedig mogelijk transport naar de afdeling MMI (
Referentiewaarden
geen Mycobacteriën
Opmerkingen
Neem voor de diagnostiek naar longtuberculose drie monsters, waarvan minimaal één ochtendsputum, af van luchtwegmateriaal (sputum) voor microscopie, kweek en event. PCR. Neem het eerste monster af direct bij verdenking op besmettelijke tuberculose en herhaal dit voor twee monsters op twee opeenvolgende dagen. Gevoeligheidsbepaling vindt plaats bij het RIVM (Tuberculose) of Radboud Medisch centrum (atypische mycobacteriën). Het isolaat wordt hiervoor doorgestuurd. Een positieve uitslag wordt doorgebeld door de arts-microbioloog
Afnameinstructies